Pro Oils

Datasheets

OliePedia

AAMA De American Automobile Manufacturers Association (AAMA) is een handelsorganisatie die de Amerikaanse automobielindustrie vertegenwoordigt.

AAS Atoom Absorptie Spectrofotometer: instrument om het gehalte van chemische elementen te bepalen. Hiermee kunnen de hoeveelheden slijtage-elementen (ijzer, koper etc.) en additiefelementen (Zink, Calcium etc.) worden bepaald.

Abrasieve slijtage Slijtage tussen 2 langs elkaar bewegende oppervlakken door deeltjes of oppervlakteruwheden.

ACEA Association des Constructeurs Europeens d’Automobiles. Opvolger van CCMC. Verbond van 13 Europese automobielfabrikanten. ACEA geeft specificaties motoroliën uit voor Europese motoren in 4 hoofdcategorieën: A-categorie voor benzinemotoren, B-categorie voor dieselmotoren (personenwagens en lichte bedrijfswagens), de C-categorie voor personenwagens met katalysator voor benzine- en lichte dieselmotoren met nabehandelingsapparatuur en de E-categorie voor zware dieselmotoren. Deze 4 categorieën zijn weer verder verfijnd met nummers voor bepaalde eisen (A1/B1 alsmede A5/B5 voor bijvoorbeeld brandstofbesparing).

Additief Chemische verbindingen die aan een basisolie worden toegevoegd om bepaalde eigenschappen te bereiken dan wel te optimaliseren. Zo kunnen bijvoorbeeld het detergerend vermogen (reinigend vermogen), de viscositeitsindex, de oxidatiestabiliteit en schuimvorming door middel van additieven tot op zekere hoogte beïnvloedt worden.

Adhesie Krachten tussen twee materialen die deze materialen aan elkaar doen “plakken” (bv. een vet en een metaal).

Adhesieve slijtage Slijtage dat ontstaat doordat twee oppervlakken eerst aan elkaar “vastlassen”, en vervolgens “losgetrokken” worden.

ADR Accord Européen relatif au transport international des marchandises dangereuses par route: Internationale overeenkomst aangaande de regelgeving m.b.t. vervoer van gevaarlijke goederen over de weg in Europa.

AFNOR Association Francais de Normalisation, deze organisatie geeft o.a. meetmethoden en normen uit.

Afzettingen Materiaal dat niet oplosbaar is in olie en op bepaalde plaatsen in het systeem neerslaat. Dit materiaal is het resultaat van oxidatie, afbraak van de olie, externe vervuiling en verbrandingsgassen die in de olie komen. Voorbeelden zijn sludge (mayonaise-achtige afzetting), verharsing, verlakking, roet en gecondenseerd water. Afzettingen verminderen de prestaties van een motor, doordat kleppen en zuigerveren blijven steken. Gloeiende afzettingen in de verbrandingskamer kunnen leiden tot detonatie (te vroege ontsteking). Afzettingen worden met name gevormd door korte trips bij koud weer, hoge temperaturen en belastingen, alsmede door overschrijding van verversingsintervallen. Detergenten en dispersanten, die als additieven in de olie voorkomen, hebben als doel de afzettingen zoveel mogelijk tegen te gaan.

AGMA American Gear Manufacturers Association; deze organisatie van tandwielfabrikanten legt specificaties vast voor tandwielen en tandwielkastoliën.

Alifaat Koolwaterstof met de koolstofatomen in een ketenvorm (in plaats van een ringstructuur).

Aluminiumkomplex vetten Zeer waterbestendige vetten die makkelijk verpompbaar zijn en nauwelijks olie afscheiden. Deze vetten hebben een hoog druppelpunt (>230 °C) en goede EP-eigenschappen. Toepassingstemperatuur tot ca. 160 °C.

Anorganische verbindingen Chemische verbindingen die geen koolstofatomen bevatten.

Anti Wear-additieven Additieven die geactiveerd worden bij metaal-op-metaalcontact, waarbij een beschermende laag (tegen slijtage) op het metaaloppervlak komt.

Antioxidant Een chemische verbinding dat wordt toegevoegd aan smeermiddelen om oxidatie van de olie tegen te gaan; hiermee worden de oxidatiereacties gestopt cq. vertraagd.

Antischuim Een toevoeging dat de oppervlaktespanning van de vloeistof verlaagt, zodat luchtbellen die aan het oppervlak komen snel knappen.

Antivries Koelmiddelen die bestaan uit monoethyleenglycol, of het minder schadelijke monopropyleenglycol, alsmede additieven (zoals anti-corrosie), die gemengd dienen te worden met water voor gebruik in het koelsysteem van bijvoorbeeld auto’s.

AO antioxidant, een additief dat oxidatiereacties in het smeermiddel vertraagt dan wel tegengaat.

API American Petroleum Institute.

API-Klasse voor benzinemotorolie (Service-Klasse) Motoroliën voor benzine motoren worden in de klassen SA tot SN ingedeeld, waarbij de eisen toenemen met de letter achter de “S”.

API-Klasse voor dieselmotorolie (Commercial-Klasse) Motorenoliën voor 4-taktdieselmotoren worden in de klassen CA tot CK-4 ingedeeld. Daarnaast zijn er voor 2-takt dieselmotoren de specificaties API CD-II (vervallen) en CF-2. Hoe hoger de letter achter de “C”, hoe hoger de specificatie eisen liggen. Thans is CK-4 (met name voor vrachtwagens met EGR en huidige Amerikaanse emissie-eisen) de hoogste specificatie).

API-Klasse voor transmissieolie (Gear Lubricant) Transmissieoliën worden met de classificaties GL-1 tot GL- 5 aangeduid. GL-1 – Transmissieolie zonder EP-additieven, enkel met additieven tegen roest en oxidatie. GL-2 – Iets zwaarder geadditiveerde transmissieolie dan GL-1. Deze classificatie komt zelden voor. GL-3 – Transmissieolie met een lichte EP-additivering voor bepaalde versnellingsbakken en niet-hypoid tandwieloverbrengingen, zoals in industriële systemen. GL-4 – Transmissieolie met een middelmatige EP-additivering voor synchromesh transmissies en middelmatig belaste hypoidoverbrengingen. GL-5 – Transmissieolie met een zware EP-additivering voor zwaarder belaste hypoidoverbrengingen in veel achterbruggen, alsmede in versnellingsbakken met schokbelastingen. GL-5 transmissieoliën zijn vaak niet geschikt voor toepassingen waar GL-3 of GL-4 is voorgeschreven, omdat het hoge gehalte aan EP-additieven de koperlegeringen kan aantasten.

Aromaten Koolwaterstoffen met een onverzadigde ringvormige structuur. Deze verbindingen hebben een lage VI en zijn niet erg oxidatiestabiel. Sommige aromaten kunnen carcinogeen (kankerverwekkend) zijn.

As Mineraal residu dat bij het verassen (verbranden) van smeermiddelen als oxide (oxide as) of als sulfaat (na toevoeging van zwavelzuur) overblijft. As is een indicatie voor de hoeveelheid op metaalgebaseerde additieven, of in gebruikte olie een indicatie voor onbrandbare vervuiling.

ASLE American Society of Lubrication Engineers, thans bekend onder de naam Society of Tribologists and Lubrication Engineers (STLE)

ASTM De American Society for Testing and Materials is een professionele organisatie die verantwoordelijk is voor de publicatie van test methoden.

ATC Technical Committee of Petroleum Additive Manufacturers in Europe.

ATF Automatic transmission fluid

ATIEL Association Technique de L’lndustrie Europeene des Lubrifiants – verbond van Europese smeerolieproducenten.

Automatic Transmission Fluid (ATF) ATF’s zijn speciale smeermiddelen met bijzonder hoge eisen voor automatische transmissies. ATF’s zijn zeer stabiel m.b.t. afschuiving en oxidatie en hebben een hoge VI. Verder zijn de wrijvingskarakteristieken afgestemd op het soepel schakelen in een breed temperatuursgebied. Bekende specificaties zijn: GM Dexron III, FORD Mercon, MB 236.x, etc.

AW anti-wear (anti slijtage)

Bactericide Additief dat wordt toegevoegd aan een emulgeerbare koelvloeistof voor metaalbewerking, teneinde bacteriegroei af te remmen en hierdoor de standtijd te verlengen.

Bacteriën Eencellige organismen, die in een grote verscheidenheid voorkomen. In koelsmeermiddelen kunnen ze zich voeden met bepaalde componenten (bv. de emulgator). Als uitscheidingsprodukten worden zure stoffen geproduceerd, die tot een lagere pH, corrosie, een instabiele emulsie en een vieze geur kunnen leiden. Met bactericiden wordt het aantal bacteriën onder controle gehouden.

Barium Complex vetten Vetten met goede EP-eigenschappen en een hoge waterbestendigheid.

Base Een stof dat de pH verhoogt, en geneutraliseerd kan worden met zuur.

Basisolie Basisbestanddeel van een smeerolie of -vet, waaraan additieven worden toegevoegd om het smeermiddel de vereiste kwaliteit te geven. Basisoliën kunnen van minerale of synthetische oorsprong zijn en worden in verschillende viscositeiten geproduceerd om daarmee de viscositeit van het smeermiddel af te stemmen.

Basisoliegroep Basisoliën voor motoroliën zijn door de API onderverdeeld in 5 categorieën: Groep I: Basisoliën met een zwavelgehalte van meer dan 0,03 gew%, en-of een VI tussen 80 en 120 en-of minder dan 90% verzadigde verbindingen. Groep II: Basisoliën met een zwavelgehalte van minder dan 0,03 gew%, en een VI tussen 80 en 120 en meer dan 90% verzadigde verbindingen. Groep IV: PAO’s Groep V: Andere synthetische basisoliën zoals esters en naftenische basisoliën.

Bentoniet Mineralen (bv. Aluminiumsilikaten, Montmorillonit, etc.), die als verdikker voor temperatuurbestendige vetten, met goede lage temperatuureigenschappen dienen.

Betonontkistingsolie Een olie of een emulgeerbare olie dat in de bouw wordt gebruikt om het beton van de mal (vorm) te scheiden.

BIA Boating Industry Association (thans NMMA)

Biocide Een chemische stof dat de toename van micro-organismen (zowel bacteriën als schimmels) tegengaat.

Biologische afbreekbaarheid Het vermogen van een stof of preparaat om afgebroken te worden door micro-organismen. Biologisch afbreekbare smeermiddelen worden in principe dusdanig afgebroken, dat er enkel ongevaarlijke afbraakproducten als CO2 en water gevormd worden.

Biologisch afbreekbare smeermiddelen Smeermiddelen die als voedingsbodem voor micro-organismen kunnen dienen als ze vrijkomen in de natuur. Hierbij wordt het smeermiddel afgebroken en ontstaat er onder meer water en CO2. Biologische smeermiddelen worden ingezet in situaties waarbij het smeermiddel in de bodem of in het water terecht kan komen door verliessmering of lekkage. Veelal zijn deze smeermiddelen gebaseerd op plantaardige oliën, synthetische esters of polyalkyleenglycolen.

Blauer Engel Duits milieukeurmerk voor bepaalde soorten smeerolie, zoals hydraulische olie en kettingzaagolie. Oliën met een Blauer Engel keurmerk zijn biologisch afbreekbaar en minder schadelijk voor het milieu.

Blenden (Blending) Het mengen van basisoliën en additieven volgens een bepaalde receptuur. Dit kan batchgewijs geschieden, door de juiste componenten in de juiste hoeveelheden in een roerketel te doseren. Een andere methode is inlineblenden, waarbij verschillende continue stromen in een bepaalde volumeverhouding bij elkaar komen en in een statische menger gemengd worden.

Bloeden (van vet) De in het vet aanwezige basisolie scheidt zich af uit het zeepskelet. Dit kan er op duiden dat het vet niet temperatuurstabiel is of het zeepskelet door belasting is afgebroken.

Blokvet Vet met een zeer hoge consistentie (NLGI 6), die vaak in blokvorm wordt geproduceerd. Blokvetten worden ondermeer toegepast in langzaamdraaiende lagers bij hoge temperaturen.

BOI Base Oil Interchange; verwijst naar een systeem dat testkosten beperkt, door het toestaan van het gebruik van testdata in andere basisoliën zonder een volledig testprogramma te vereisen.

Bontmetalen koperlegeringen, zoals bv. brons.

Bore Polishing Vorming van een spiegelend oppervlak van de cilinderwand in een dieselmotor, veroorzaakt door de polijstende werking van afzettingen op de zuiger. Olieverbruik kan hiervan het gevolg zijn. Ook wel slijtage van de cilinderwand, waarbij gepolijste, spiegelende, cilinderoppervlakken ontstaan. Hierdoor wordt de afdichting van de zuigerveren verminderd, waardoor olieverbruik toeneemt en het motorvermogen afneemt.

Brandpunt Temperatuur waarbij een vloeistof onder gegeven omstandigheden minimaal 5 seconden blijft branden na ontsteking.

Bright stock Solvent geraffineerde basisolie met een hoge viscositeit.

Brookfieldviscositeit Dynamische viscositeit gemeten met de Brookfieldviscosimeter. Deze viscositeit wordt bij lage temperaturen gemeten om vast te stellen of transmissieoliën nog verpompbaar zijn.

BSI British Standards Institute: deze Engelse organisatie legt o.a. meetmethoden vast.

CAS nummer Chemical Abstracts Number:Een internationaal erkend nummer dat de identiteit van een stof weergeeft.

Castorolie heeft verschillende namen. Castorolie staat namelijk ook bekend als Ricinusolie en Wonderolie. Dat is allemaal dezelfde plantaardige oliën. Castorolie wordt gewonnen uit de vrucht van de Wonderboom, Ricinus Communis, deze vrucht wordt ook wel “wonderboon” genoemd.
De vrucht van de wonderboom is overigens geen boon of peulvrucht. De ‘wonderboon’ dankt zijn naam aan de snelheid waarmee deze boom groeit, deze groeit namelijk relatief snel.

Cavitatie Fenomeen, waarbij door onderdruk dampbellen in een vloeistof ontstaan (bv in de zuigleiding van een pomp), die kunnen imploderen als de druk toeneemt (bv in de persleiding van een pomp), met als gevolg ernstige beschadigingen aan de apparatuur.

CCMC Commitee of Common Market Automobile Constructors, voorganger van ACEA; CCMC heeft toentertijd ook motoroliespecificaties uitgegeven: G1 – G5: voor benzinemotoren; PD-1 en 2 voor diesel personenwagens en lichte bedrijfswagens en D1 – D5 voor zwaardere diesels (trucks). Deze specificaties zijn nu verouderd en opgevolgd door ACEA-specificaties.

CCS Cold Cranking Simulator, een dynamische viscositeitsmeter, waarmee de verpompbaarheid van een motorolie gemeten kan worden bij lage temperaturen.

CD-2,CF-2 API 2-takt diesel motorolie specificatie.

CEC Coordinating European Council.

CEFIC Conseil Europeen des Fédérations de l’Industrie Chimique.

Centipoise (cP) Eenheid van de dynamische viscositeit. (1 cP = 1 mPa s).

Centistoke (cSt) Eenheid van de kinematische viscositeit. (1 cSt = 1 mm²/s).

Chloor Een chemisch element dat in EP-toevoegingen gebruikt werd; om milieu en veiligheidsredenen wordt het steeds minder toegepast.

CNG Compressed natural gas.

COC Cleveland Open Cup, een testmethode voor vlampuntsbepaling.

Cold flow improver Toevoeging aan dieselbrandstof dat kristallisatie van de moleculen voorkomt, zodat het stolpunt verlaagd wordt.

Compressor olie Olie, welkr de compressor smeert, koelt en vrij houdt van afzettingen.

CONCAWE Conservation of Clean Air and Water-Europe.

Consistentie Stijfheid (weerstand tegen vervorming onder druk) van een smeervet, uitgedrukt in een NLGI-klasse, en gemeten met een penetrometer, waarbij een conisch lichaam in het vet zakt. Hoe dieper het lichaam in het vet zakt, hoe minder consistent het vet is.

COP Code of Practice, een algemeen aanvaard reglement dat beschrijft hoe bepaalde specificaties behaald moeten worden, zoals het beschrijven van testvoorwaarden of het “doorlezen” van resultaten naar een andere viscositeit.

Copperstrip corrosie test Test uitgevoerd volgens ASTM D-130, waarbij een koperen strip gedurende 3 uur bij 100 graden Celsius in een olie wordt gedompeld, om de corrosieve werking op koper(legeringen) te bepalen. Hierna wordt de aantasting vergeleken met een standaard. Waarden van 1a en 1b zijn over het algemeen acceptabel; hogere waarden (2a tot 4) duiden op teveel corrosie op koper(legeringen).

Corrosie Aantasting van metaaloppervlakken door chemische reacties. Metaaloppervlakken kunnen corrosie vertonen bij blootstelling aan water, met daarin vuil, zouten of zuur opgelost.

Corrosie-inhibitor Een additief dat zich op een oppervlak nestelt ten einde het oppervlak te beschermen tegen inwerking van corrosieve stoffen.

cP centiPoise: eenheid van de dynamische viscositeit.

CRC Coordinating Research Council, Incorporated; dit is een organisatie dat de contacten tussen API, SAE, automobielfabrikanten en de Amerikaanse overheid coordineert.

CRT Constantly Regenerating Trap.

cSt centiStokes: eenheid van de kinematische viscositeit.

CSTCC Continuously slipping torque converter clutch.

CVT Continu Variabele Transmissie, in tegenstelling tot de conventionele automatische transmissies heeft een CVT geen tandwielen die geschakeld moeten worden. In plaats hiervan wordt er een riem of een ketting tussen twee kegelvormige paleis gebruikt. Bij snelheidsveranderingen verandert de diameter van de pulleys en wordt hiermee de overbrengingsverhouding gewijzigd. Deze wijziging gaat continu in plaats; in conventionele automaten verandert de overbrengingsverhouding stapsgewijs.

DAB Deutsches Arztneimittelbuch; DAB 10 legt o.a. de eisen aan farmaceutische witte olie vast.

DCC Daimler Chrysler Corporation

DDC Detroit Diesel Corporation

Deeltjestelling Bepaling van het aantal deeltjes en de deeltjesgrootteverdeling in bv. hydraulische olie. Teveel of te grote deeltjes kunnen de werking van hydraulische kleppen verstoren.

Demulgatoren Chemische verbindingen die een gevormde emulsie afbreken, d.w.z. dat de olie en het water zich scheiden.

Demulgeerbaarheid Mogelijkheid van een olie om water af te scheiden. Demulgeerbaarheid is belangrijk in o.a. hydraulische systemen en bij leibaan- en circulatiesmering.

Demulgeren Ontmenging van 2 vloeistoffen die met elkaar gemengd zijn, maar niet of nauwelijks mengbaar zijn met elkaar.

Dermatitis Huidontsteking

Destillatie Scheidingstechniek waarbij een mengsel van vloeistoffen (bv. ruwe olie) gescheiden wordt in een aantal fracties met een bepaald kookpuntbereik, door middel van verdampen en condenseren.

Detergenten Chemische verbindingen die in een smeerolie ervoor zorgen dat afzettingen aan metaaloppervlakken losgeweekt worden.

Detonatie Ongecontroleerde verbranding van de laatste restjes van een brandstofluchtmengsel in de cilinder van een ontstekingsverbrandingsmotor. Ook wel kloppen of pingelen genoemd.

DEXRON General Motors ATF specificatie uitgegeven door General Motors.

DI Detergent Inhibitor

DIN Deutsches Institut für Normung: verantwoordelijk voor het opstellen van o.a. meetmethoden.

Dispersants Chemische verbindingen die vuildeeltjes in suspensie houden, en voorkomen dat deze samenklonteren.

Dichtheid De verhouding tussen massa en volume. De dichtheid van water is 1,0 kilogram per liter. De meeste smeermiddelen hebben een lagere dichtheid.

Dn-waarde Een maat voor de draaisnelheid in een lager, zijn de het product van de gemiddelde diameter (in mm) en de draaisnelheid (in omwentelingen per minuut). Hoge Dn-waarden vereisen een lage basisolieviscositieit.

DOT Department of Transport (VS); legt de richtlijnen voor Remvloeistoffen vast zoals beschreven in DOT 3, 4 en 5.1 (op polyalkyleenglycol gebaseerd) en DOT 5 (op siliconen gebaseerd).

DPF Diesel particle filter; Droge film smeermiddel Vaste stof dat tussen twee bewegende oppervlakken wordt gebracht om metaal-metaalcontact te voorkomen. Bekende droge-film smeermiddelen zijn MoS2 (Molybdeendisulfide), grafiet en PTFE (teflon).

Druppelpunt De temperatuur waarbij een smeervet zacht genoeg is geworden om een druppel te vormen die uit de vetmassa kan vallen. Het druppelpunt ligt ver boven de maximale gebruikstemperatuur.

ECCC Electronically controlled converter clutch

EELQMS European Engine Lubricant Quality Management System

EGR Exhaust Gas Recirculation: Systeem dat de uitstoot van stikstofoxides (NOx) reduceert. De uitlaatgassen van een motor worden deels gemengd met het lucht-brandstofmengsel, zodat piektemperaturen gereduceerd worden, met als gevolg minder vorming van NOx. EGR wordt met name in dieselmotoren toegepast.

EHD-smering Elasto-HydroDynamische smering: smeringsmodel, waarbij rekening wordt gehouden met de elastische eigenschappen van het lagermateriaal (wat leidt tot tijdelijke vervorming) en de viscositeitsstijging van het smeermiddel onder hoge drukken.

ELGI European Lubricating Grease Institute

EMA Engine Manufacturers Association

Emcor-Test Corrosietest voor vetten bij aanwezigheid van water. De waarden varieren van 0 (geen corrosie) tot 5 (ernstige corrosie).

Emulgatoren Oppervlakte-actieve stoffen die ervoor zorgen dat water en olie een stabiele emulsie vormen, deze chemische verbindingen verhinderen dus de afscheiding van olie uit water of van water uit olie.

Emulgeren Een mechanische menging van twee vloeistoffen die niet onderling mengbaar zijn (bv olie en water). Emulgering is in bepaalde omstandigheden wenselijk. Emulgeerbare snijoliën zijn voorzien van een emulgator, om een stabiele olie-wateremulsie te vormen voor het smeren (olie) en koelen (water) van metaalbewerkingsprocessen.

Engler (E) Ouderwetse viscositeitsmaat. Gemeten wordt de uitstroomtijd uit een beker met bepaalde afmetingen.

EOLCS Engine Oil Licensing and Certification System (API)

EP Extreme Pressure

EPA Environmental Protection Agency (US)

Esters Synthetische basisoliën met op een aantal aspecten uitstekende eigenschappen. Esters worden gevormd uit de reactie van alcoholen en zuren. Bij deze reactie komt ook water vrij dat wordt afgescheiden ten einde een watervrije basisolie te verkrijgen.

EUROPIA European Petroleum Industry Association

Extreme Pressure (EP) additieven Chemische verbindingen (die meestal zwavel of fosfor bevatten) die bij verhoogde temperaturen een slijtvaste verbinding aangaan met de zwaarbelaste oppervlakken. Hiermee wordt voorkomen dat twee loopvlakken in elkaar invreten. EP-additieven worden o.a. ingezet in hypoide achterasaandrijvingen en in snijoliën. EP-additieven zijn veelal verbindingen met Zwavel, Fosfor en/of Chloor, hoewel Chloor vanuit milieuoverwegingen steeds minder wordt toegepast.

Falex test Een methode om de anti-slijtage- cq. EP-eigenschappen te bepalen van smeermiddelen.

FDA Food and Drug Administration (VS.), deze organisatie schrijft eisen voor waaraan smeermiddelen en hun componenten moeten voldoen om ingezet te worden als voedselveilig smeermiddel.

FE olie FE = Fuel Economy, of te wel brandstofbesparing; een FE-olie draagt bij aan de verlaging van het brandstofverbruik, doordat het betere wrijvingskarakteristieken heeft dan gewone olie. De twee meest gebruikte manieren om dit doel te bereiken zijn:

  1. Het verlagen van de viscositeit van de olie om de inwendige wrijving door de olie te verminderen.
  2. Door additieven (friction modifiers) toe te passen die metaalmetaalcontact beperken en de wrijvingscoëfficiënt verlagen.

Filmsterkte zie Lubricity

Friction Modifier Een additief dat de wrijving verlaagt tussen twee oppervlakken die onder grenssmeringsconditie langs elkaar heen bewegen.

FTIR Fourier Transform Infrared Spectroscopy Test waar dmv absorptie van infrarood licht de niveaus van roet, sulfaten, oxidatie, nitro-oxidatie, glycol, benzine an waterverontreiniging geëvalueerd worden. Met FTIR worden chemische functionele groepen geïdentificeerd doordat deze licht van een bepaalde golflengte absorberen. De mate van absorptie hangt samen met de concentratie van de functionele groep die het licht van de betreffende golflengte absorbeert.

Fosfor Chemisch element dat vaak in EP-additieven wordt gebruikt

FZG Forschungstelle fuer Zahnrader und Getriebebau; de FZG-test is een test om EP eigenschappen te bepalen.

Gallon Engelse Gallon = 4,54 Liter; Amerikaanse Gallon = 3,79 Liter

GDI Gasoline Direct Injection

Geleidbaarheid Een meting, die de mogelijkheid van stroomgeleiding van een vloeistof bepaalt. Hoe hoger de geleiding is des te meer geleidend materiaal (zouten, metaalionen) er opgelost is in de vloeistof. In koelsmeermiddelen wordt de geleidbaarheid gemeten om inzicht te verkrijgen in de vervuiling.

GF-2-3-4 Classificatie voor personenwagen motorolie (ILSAC)

GO-J Mack gear oil specificatie

Grenssmering Smeringsconditie waarbij de loopvlakken niet volledig door een dragende smeerfilm gescheiden worden. De oppervlakteruwheden raken elkaar wat resulteert in wrijvingsverliezen en slijtage indien er geen additieven in het smeermiddel zijn toegevoegd. Voor milde omstandigheden kunnen gecompoundeerde oliën met polaire vette oliën afdoende zijn. Voor zwaardere omstandigheden worden anti-wear toegepast. Voor nog zwaarder toepassingen zijn EP-additieven nodig, die voorkomen dat de oppervlakteruwheden aan elkaar vastlassen en vervolgens losgetrokken worden, waarbij oppervlakken beschadigd raken.

GTL Gas to Liquid, een proces waarbij aardgas wordt omgezet in vloeibare oliefracties.

Hardingsolie Olie voor het (ver)sneld afkoelen van gehard metaal, dat geen afzettingen geeft op het metaaloppervlak.

HC Hydrocracked

HDD Heavy duty diesel

HDDO Heavy Duty Diesel Oil

HF-O-1-2 Specificaties voor hydraulische olie uitgegeven door Denison

HL Hydraulische oliën met corrosiebescherming en bescherming tegen oxidatie (veroudering) volgens de specificatie: DIN 51 524 deel 1.

HLP Specificatie voor hydraulische oliën met bescherming tegen corrosie, oxidatie en slijtage volgens: DIN 51 524 deel 2, VDMA 24 318.

HLPD Hydraulische oliën met HLP-specificatie die detergerende eigenschappen hebben.

Hoonoliën Laag-visceuse snijoliën die afgestemd zijn op het hoonproces; viscositeit ca. 6 -10 mm2-s bij 20 °C.

HTHS High Temperature High Shear: de viscositeit van een motorolie bij 150 graden Celsius en hoge afschuifkrachten. Een lagere HTHS-viscositeit leidt tot brandstofbesparing.

Humidity Cabinet test Een corrosietest waarbij metalen plaatjes bij een bepaalde temperatuur aan vocht worden blootgesteld. Deze test wordt uitgevoerd om de corrosie werende werking van conserveringsmiddelen te testen.

HVLP Specificatie voor hydraulische oliën die voldoen aan de HLP-specificatie, en die een verhoogde viscositeitsindex hebben volgens: DIN 51 524 T 3.

Hydraulische olie Vloeistof dat als krachtoverdrachtsmedium dient in een hydraulisch systeem. De meeste hydraulische oliën zijn mineraal. Biologisch afbreekbare hydraulische oliën zijn gebaseerd op plantaardige olie, synthetische esters of polyalkyleenglycolen. Voor speciale gevallen waar brandgevaar heerst (bv. mijnbouw) worden synthetische oliën, olie-wateremulsies en waterglycolmengsel gebruikt. De basiseisen aan een hydraulische olie zijn: een juiste viscositeit, een hoge VI, indien nodig anti-wear eigenschappen, een goede oxidatiestabiliteit, laag stolpunt, goede demulgering, roestbescherming, geen schuimvorming, en verdraagzaamheid met afdichtingen. Anti-wear oliën worden meestal toegepast in compacte systemen.

Hydrocracked basisolie Basisolie dat een alternatief raffinageproces heeft ondergaan. Hierbij zijn grotere moleculen door de hoge temperaturen gekraakt (gebroken) en zijn onverzadigde verbindingen verzadigd door waterstof. Deze basisoliën neigen qua structuur en eigenschappen steeds meer naar PAO’s.

Hydrodynamische smering Smeringstoestand waarbij de bewegende oppervlakken door een continue dunne smeerfilm volledig van elkaar worden gescheiden. De olie “plakt”aan de bewegende oppervlakken en vormt door middel van druk een wig tussen de bewegende oppervlakken.

Hydrostatische smering Smeringstoestand waarbij de bewegende oppervlakken door een dunne smeerfilm volledig van elkaar worden gescheiden door drukken die extern (bv. een pomp) worden opgewekt. Dit in tegenstelling tot hydrodynamische smering, waarbij het smeermiddel zelf voor drukopbouw zorgt.

ICP Inductively Coupled Plasma – instrument dat gebruikt wordt om metalen in een vloeistof te bepalen.

IDI InDirect Injection

ILMA Independent Lubricant Manufacturers Association, Amerikaanse organisatie van onafhankelijke smeerolieproducenten.

ILSAC International Lubricant Standardization and Approval Committee. Organisatie van Amerikaanse en Japanse automobielfabrikanten, dat specificaties uitbrengt voor motorolie.

Inhibitor Additief dat de prestaties van een olie verbetert door het tegengaan van ongewenste reacties. Zie ook Corrosie Inhibitor en Oxidatie Inhibitor.

Inloopolie Ongedoopte, of laag gedoopte smeerolie voor het inlopen van nieuwe machines en motoren. Hierbij worden ruwe oppervlakken glad gemaakt.

IP Institute of Petroleum, Engelse organisatie die standaarden en meetmethoden uitgeeft voor olieproducten.

IPTO Independent Power Take-Off, onafhanklijke aftakas, vaak gebruikt bij tractoren.

ISO International Organisation for Standardisation, een organisatie dat vele soorten standaarden uitgeeft. ISO classificeert smeermiddelen (Klasse L) in 18 families op grond van hun toepassing. Verder worden er ISO viscositeitsklassen gedefinieerd bij 40°C.

Isomeer Een molecuul dat dezelfde structuurformule heeft als een ander molecuul, maar een andere structuur, en daardoor andere eigenschappen heeft. Decaan (C10H22) heeft 75 isomeren; de koolstof- en waterstofatomen kunnen dus 75 verschillende structuren vormen.

Iso-paraffine Verzadigde koolwaterstofketen, dat in tegenstelling tot n-paraffine wel vertakt is.

JAMA Japanese Automobile Manufacturers Association

JASO Japanese Automotive Standards Organization

JD John Deere, tractoren fabricant

JIS Japanese Industrial Standards

Kabelolie Olie die stalen kabels smeert en tegen corrosie beschermt.

Katalysator Een stof die bij een chemische reactie wordt gebuikt om de reactiesnelheid te beïnvloeden( meestal te versnellen). De katalysator wordt bij de reactie niet verbruikt, hij is dus na afloop ervan nog in het reactievat aanwezig of kan uit het reactiemengsel worden teruggewonnen.

Koelsmeermiddel Een waterige oplossing of een olie-in-water emulsie dat bij metaalbewerkingsprocessen wordt toegepast om de bewerkingswarmte af te voeren en eventueel wat smering en/of corrosiebescherming te verschaffen.

Kookpunt De temperatuur waarbij een vloeistof omgezet wordt in damp door de vorming van dampbellen; het kookpunt is afhankelijk van de druk.

Koolwaterstof Chemische verbinding van koolstofatomen (C) en waterstofatomen (H), ook wel een organische verbinding genoemd. Deze verbindingen komen in een ketenvorm, of in een cyclische vorm voor; al dan niet met vertakkingen. Koolwaterstoffen kunnen verzadigd zijn (alle bindingsmogelijkheden zijn benut), of onverzadigd. Soms kunnen andere elementen, zoals zuurstof, stikstof of zwavel ook deel uitmaken van een koolwaterstofverbinding.

Kraken Het proces waarbij moleculen met lange ketens onder invloed van katalysatoren en/of zeer hoge temperaturen uit elkaar breken onder vorming van kortere ketens.

LHM Liquide Hydraulique Minéral, een groene minerale hydraulische vloeistof voor Citroëns hydropneumatische rem- en wielophangingsinrichtingen. LHM en LHS zijn onderling niet uitwisselbaar; het kan de pakkingen aantasten.

LHS Liquide Hydraulique Synthétique, een rode synthetische hydraulische vloeistof voor Citroëns hydropneumatische systemen tot 1964. In 1964 herzag Citroën het veersysteem en werd de donkerrode vloeistof vervangen door LHS2 en in 1966 door de groene Liquide Hydraulique Minéral (LHM). LHM en LHS zijn onderling niet uitwisselbaar; vandaar de verschillende kleuren van de vloeistof.

LS Limited slip

Lubricity Filmsterkte, of te wel de weerstand van een oliefilm tegen het “doorbreken” als gevolg van belasting, snelheid of temperatuur.

MB Mercedes-Benz

MEG MonoEthyleenGlycol, een basiscomponent voor antivries.

MERCON Ford ATF specification

Metaalzeep Reactieproduct van een metaalhydroxide en en vetzuur. Metaalzepen worden gebruikt als verdikker in smeervetten.

MIL Military Specification

Minerale olie Een olie dat afgeleid is van ruwe olie, in tegenstelling tot plantaardige of dierlijke olie of synthetische olie.

Monograde (single grade) is een term dat gebruikt wordt voor een motorolie als de viscositeit binnen de limieten van slechts een SAE viscositeitsklasse valt.(SAE Standard J300).

Motorolie Olie voor de smering van inwendige verbrandingsmotoren. Naast het smeren heeft de olie als taak het schoonhouden van de motor, het afvoeren van warmte en het afdichten van de zuigerveren. Motorolie wordt meestal door een pomp door de motor gepompt langs alle kritische onderdelen, en wordt weer verzameld in het carter. In de loop der jaren worden steeds hogere eisen aan motoroliën gesteld, met name met betrekking tot langere verversingstermijnen, brandstofbesparing en uitstootbeperking.

MSDS Material Safety Data Sheet, zie ook Veiligheidsinformatieblad

MTBE methyl-t-butyl ether

Multigrade is een term dat gebruikt wordt voor een motorolie als de viscositeiten bij hoge en lage temperaturen binnen de limieten van twee verschillende SAE-viscositeitsklasses valt. (SAE Standard J300)

Naftenisch Verzadigde koolwaterstofmoleculen, met tenminste een gesloten ring van koolstofatomen.

Nitratie Tijdens de brandstofverbranding in verbrandingsmotoren worden nitratieproducten gevormd. Als er te veel zuurstof aanwezig is, is de kans op de vorming van nitratieproducten het grootst. Deze producten zijn zeer zuur, vormen neerslag in de verbrandingskamer en versnellen de oxidatie.

NLGI National Lubricating Grease Institute; dit is een organisatie dat zich bezighoudt met smeervetten, vettechnologie en toepassingen. NLGI is onder meer bekend vanwege de NLGI-klassen voor smeervetten, die de consistentie (stijfheid) van vetten beschrijven.

NMMA National Marine Manufacturers Association

Noack-vluchtigheid Maat voor de neiging tot verdampen van de olie. De olie wordt bij een lichte onderdruk gedurende een uur tot 250 graden Celsius verwarmd, waarna gekeken wordt hoeveel gewichtsprocent er verdampt is. Synthetische olie heeft veelal een lagere verdamping dan een minerale olie van dezelfde viscositeit.

NOx Afkorting voor alle combinaties van stikstof-zuurstofverbindingen. NOx wordt in de verbrandingsmotor bij zeer hoge temperaturen gevormd en wordt beschouwd als luchtvervuilend. Door middel van EGR en katalysatoren kan de uitstoot hiervan beperkt worden.

NSF National Sanitation Foundation, geeft o.a. goedkeuringen voor smeermiddelen die geschikt zijn voor de voedingsmiddelenindustrie; opvolger van USDA. Voor smeermiddelen zijn de klassen H1 en H2 het meest relevant.

OCP Olefin copolymer: een polymeer dat ingezet kan worden als VIImprover.

ODI Oil drain interval; olieverversingsinterval

OEM Original Equipment Manufacturer: fabrikant van apparatuur of voertuigen

Olefine Onverzadigde, relatief onstabiele koolwaterstofverbindingen, die gekarakteriseerd worden door een dubbele elektronenbinding tussen twee koolstofatomen. Deze dubbele binding is reactief, en reageert dus makkelijk met zuurstof (oxidatie), hetgeen ongewenst is voor smeermiddelen.

Oppervlakte actieve stof Een stof dat de oppervlaktespanning verlaagt. Hierdoor kan water makkelijk emulgeren met bv. olie. Oppervlakte-actieve stoffen kunnen emulgerende eigenschappen hebben, maar ook vuiloplossende (zeep) of bevochtigende eigenschappen.

Organische verbindingen Koolwaterstofverbindingen

Oxidatie Chemische reactie tussen een stof en zuurstof. Smeermiddelen kunnen ook oxideren met als gevolg verslechtering van de samenstelling en de prestaties. Het oxidatieproces wordt versneld door warmte, licht en sommige metalen (bv. koper) alsmede door vervuilingen zoals water en zuur. Het oxidatieproces geschiedt in meerdere stappen. Na verloop van tijd…

Oxidatie inhibitor (anti-oxidant) Een additief dat aan het smeermiddel wordt toegevoegd, om het oxidatieproces tegengaan dan wel sterk te vertragen. Oxidatie inhibitoren neutraliseren oxidatieproducten, of deactiveren metaal(ionen) die als katalysator in het oxidatieproces een rol kunnen spelen.

Paraffinisch Een koolwaterstofmolecuul dat wordt gekarakteriseerd door verzadigde ketens. Bij n-paraffinen is er sprke van een onvertakte ketenstructuur, bij isoparaffines is er sprake van een vertakte ketenstructuur.

PCEO Passenger Car Engine Oil

PCMO Passenger Car Motor Oil

PCV Positive Crankcase Ventilation

Penetratie De consistentie van een vet uitgedrukt in millimeters dat een meetkegel in
een vet zakt onder beschreven condities. Indien het vet vooraf gekarnd wordt, zal de penetratie dieper zijn, omdat de zeepstructuur enigszins afgebroken is.(Gekarnde penetratie)

pH Maat voor de zuurgraad in een oplossing of een emulsie. Een pH van 7 is neutraal, hoe lager de pH, hoe zuurder de oplossing is; hoe hoger de pH, des te basischer de oplossing is.

PIB Polyisobutylene; een synthetische component in smeermiddelen.

PM Particulate Matter – vaste deeltjes

POA Poly Alpha Olefine, een synthetische basisolie (groep 4) dat een isoparaffinische structuur heeft en opgebouwd is uit 3 deceenmoleculen. PAO’s hebben een hoge viscositeitsindex, lage stolpunten, een lage vluchtigheid en een goede oxidatiestabiliteit.

Polaire verbinding Een chemische verbinding waarvan de moleculen aan het ene uiteinde positief geladen zijn en aan het andere uiteinde negatief. Polaire verbindingen worden veel toegepast in smeermiddelen.
De polariteit kan moleculen een sterke affiniteit geven voor vaste oppervlakken; als additieven vormen dit soort verbindingen een dunne sterk hechtende, moeilijk doorbreekbare wrijvingsverlagende film op het oppervlak.
Sommige polaire moleculen hebben een olieoplosbare kant en een wateroplosbare kant, waardoor ze worden gebruikt als emulgator voor stabiele olie-in-water emulsies.
Polaire verbindingen met een grote aantrekkingskracht voor vaste vervuilingen worden ingezet als detergenten in motorolie, om deze deeltjes zwevende te houden.

Polyalkyleneglycol (PG – PAG) Polymeren gevormd uit ethyleenoxide en propyleenoxide, en als synthetische basisolie worden toegepast. Belangrijke eigenschappen zijn: zeer goede hydrolytische stabiliteit (blijven stabiel in water), een hoge VI en een lage vluchtigheid. Ze worden toegepast in o.a. remvloeistoffen en biologisch afbreekbare oliën.

Polymeer Polymeren zijn zeer grote moleculen met een hoog molecuulgewicht. Ze bestaan uit lange ketens, die zijn opgebouwd uit monomeren.

PPD PourPoint Depressant, stolpuntverlager

ppm parts per million ; 10000 ppm = 1%

Procesolie Een olie, die niet voor smering wordt ingezet, maar als component in een ander product, of als dragervloeistof voor andere producten.

PVL Permanent Viscosity Loss; permanente daling van de viscositeit, vaak veroorzaakt door afschuifspanningen die verdikkende additieven (VIImprovers) doen afbreken in een smeerolie, waardoor het verdikkend effect hiervan afneemt.

Raffinage Een serie processen waarbij vanuit ruwe olie, eindproducten worden
gemaakt. Na de destillatie ondergaan de fracties nog verdere stappen om tot hogere zuiverheden te komen, of de fractie om te zetten naar een andere molecuulstructuur.
Er kunnen tal van raffinageprocessen worden toegepast, zoals kraken, met waterstof behandelen, solvent extractie, of de-asfaltering.

RBOT Rotating Bomb Oxidation Test Refractometer Optisch instrument dat de brekingsindex meet van een vloeistof. Voor emulgeerbare metaalbewerkingsproducten is de brekingsindex een maat voor de olieconcentratie.

Residu Achterblijfsel; het achterblijvende materiaal na bv. verdamping of filtratie.

Ring sticking Het vastzitten van de zuigerveer in een zuigermotor of zuigercompressor als gevolg van afzettingen in de groef.

RME Rapeseed Methyl Ester; Roest Corrosie dat optreedt op ijzer of ijzerlegeringen.

RPM Revolutions per minute: omwentelingen per minuut.

RVS Roest vast staal, een legering van IJzer, Koolstof, Silicium en andere metalen als Nikkel en Chroom, dat extreem goede corrosiewering heeft.

SAE Society of Automotive Engineers

Deze tabel geeft de viscositeit volgens verschillende standaarden weer.

Salt Spray test Een versnelde corrosietest waarbij metalen testplaatjes bloot worden gesteld aan een nevel van zout water.

SAPS Sulphate, Ash Phosphorus and Sulphur, of te wel sulfaat as, fosfor en zwavel. Motoroliën met geringe hoeveelheden hiervan (low- en mid SAPS oliën) vormen de nieuwste generatie motoroliën, die geschikt zijn voor Euro-4 motoren, waarbij de filters niet mogen blokkeren. Low-SAPS bevat SA <0.5%. Mid-SAPS bevat tussen 0.6% en 0.8% SA. Full-SAPS bevat tussen 1.0% en 1.6% SA.

SASH sulphated ash (sulfaat as)

Schuim Verschijnsel waarbij lucht in de olie geslagen is, waarbij de luchtbellen
moeilijk knappen aan het oppervlak. Schuim is ongewenst, omdat lucht de smerende eigenschappen ongunstig beïnvloedt. Schuim kan ontstaan door te heftig roeren, te lage vloeistofniveaus, luchtlekkage, cavitatie of externe verontreiniging.
Door middel van anti-schuim toevoegingen kan het schuimgedrag van een olie onder controle worden gehouden.

SCR Selective Catalytic Reduction, een systeem in de uitlaat dat de uitstoot beperkt.

Scuffing Abnormale slijtage als gevolg van plaatselijke lasjes die vervolgens losgebroken worden, waardoor het oppervlak beschadigt.

Slijtage Schade aan het materiaaloppervlak door het weghalen van materiaal door de beweging van oppervlakken langs elkaar.

Sludge Een dikke donkere mayonaiseachtige brij, dat neerslaat op niet bewegende onderdelen in een motor.

Smeermiddel Een medium dat zich tussen twee langs elkaar bewegende oppervlakken bevindt, om slijtage en wrijving zoveel mogelijk te beperken.

Smeervet Mengsel van een basisolie (meestal mineraal) en een verdikker (meestal een zeep) met daarbij de benodigde additieven. De metaalzeepverdikkers worden gevormd door een reactie van vetzuur met een metaalhydroxide. Het type metaal van de metaalhydroxide bepaald in sterke mate de eigenschappen van het vet. Calciumvetten zijn zeer waterbestendig, maar zijn niet geschikt voor hoge temperaturen. Natriumvetten zijn wel geschikt voor hoge temperaturen echter ze zijn niet waterbestendig. Lithiumvetten zijn en waterbestendig en kunnen hoge temperaturen aan.
Voor nog hogere temperaturen worden complex vetten aanbevolen, omdat deze hogere druppelpunten hebben. Indien de temperatuur extreem hoog is, worden hierbij synthetische basisoliën toegepast.
Complex vetten bestaan uit verdikkers die zijn gemaakt met verschillende (vet)zuren.
Naast metaalzepen worden er ook andere verdikkers toegepast zoals bentoniet, silicagel en polyurea.
Vetten die gebaseerd zijn op verschillende verdikkers kunnen soms niet verdraagzaam zijn met elkaar.

Snijolie Een smeermiddel dat gebruikt wordt bij metaalbewerking, om het gereedschap te smeren dat in contact komt met het werkstuk, en om de gevormde warmte af te voeren.

Solvent geraffineerde basisolie Basisoliën die na destillatie nog een speciale solvent extractie hebben ondergaan, om de kwaliteit te verbeteren.

SSU Saybolt Second Universal (ook wel SUS genoemd); Amerikaanse eenheid van de kinematische viscositeit.

Stick-slip Schokkerige beweging dat gepaard kan gaan met ongewenste geluiden.
Stick-slip kan optreden bij heen en weergaande bewegingen zoals bij leibanen of schokbrekers. Door middel van wrijvingsverbeteraars in de smeerolie kan stick-slip vermeden worden, zodat er een vloeiende beweging ontstaat.
Het schokkerig bewegen van een ruitenwisser over een te droge autoruit is een klassiek voorbeeld van stick-slip.

STLE Society of Tribologists and Lubrication Engineers

Stolpunt (pour point) Laagste temperatuur waarbij een olie nog stromingsgedrag vertoont volgens testcondities die zijn vastgelegd in ASTM D-97. Het stolpunt ligt 3°C boven de temperatuur waarbij de olie in een testbuis geen beweging meer te zien geeft, als de buis gedurende 5 seconden horizontaal wordt gehouden.

Stolpuntverlager Een additief in smeerolie dat het kristalliseren van wasdeeltjes bemoeilijkt, waardoor het stolpunt van de olie verlaagd wordt.

STOU Super Tractor Oil Universal: een universele olie voor tractoren, voor de smering van de motor, transmissies, natte remmen en hydrauliek.

SUS Saybolt Universal Second (ook wel SSU genoemd), Amerikaanse eenheid van de kinematische viscositeit.

Synthetisch smeermiddel Smeermiddel gemaakt van basisoliën, die door middel van chemische reacties zijn gevormd om bepaalde eigenschappen te verkrijgen.

Tandwielkastolie (industrieel) Hoge kwaliteitsolie met een goede oxidatiestabiliteit, corrosie- en roestbescherming en weerstand tegen schuimvorming voor het gebruik in tandwielkasten en gesloten kettingaandrijvingen. Een turbine olie of een R&O olie wordt hiervoor normaliter aanbevolen.
Speciaal geformuleerde EP- oliën worden gebruikt waar de trandwielen zwaar belast worden, of waar wormwielaandrijvingen worden toegepast. Hiervoor is API GL-3 het basisniveau.

TAN Total Acid Number, de hoeveelheid base in een smeermiddel, uitgedrukt in equivalente hoeveelheden Kaliumhydroxide (KOH), dat nodig is om 1 gram van het te onderzoeken monster te neutraliseren. Deze test wordt over het algemeen uitgevoerd op producten die geen water bevatten.

TBN Total Base Number: de hoeveelheid Perchloorzuur, uitgedrukt in equivalente hoeveelheden Kaliumhydroxide (KOH), dat nodig is om basische componenten in 1 gram olie te neutraliseren: mgKOH/g.

TCW-3 Water cooled 2-cycle engine oil specificatie, uitgebracht door de NMMA.

TEL tetraethyl lead

TEOST thermal-oxidation engine oil simulation test

THOT turbo hydramatic oxidation test

Timken EP test; Een meting van de EP-eigenschappen van een smeerolie.

TISI Thailand Industrial Standards Institute

TO-2-4 Transmissie olie specificatie uitgegeven door Caterpillar.

TOST Turbine oxidation stability test

Tribologie De wetenschap van interacties tussen oppervlakken die ten opzichte van elkaar bewegen, inclusief de studie over smering, slijtage en wrijving.

Troebelpunt (cloud point) De temperatuur waarbij paraffinewas of andere vaste bestanddelen beginnen te kristalliseren of zich afscheiden van de olie, waarbij de olie een wolkachtige troebeling krijgt bij afkoeling.

UEIL Union Européenne des Independents en Lubrifiants, organisatie van onafhankelijke olieproducenten in Europa.

USS US Steel

UTTO Universal Tractor Transmission Oil: een universele olie voor tractoren, voor de smering van transmissies, aftakas, natte remmen en hydrauliek.

Vaste smeermiddelen Vaste verbindingen zoals MoS2, grafiet en PTFE (Teflon), die als poeder of gesuspendeerd in olie-vet-pasta ingezet worden om de grenssmering te verbeteren.

VDS Volvo Drain Specification

Veiligheidsinformatie blad Een blad dat de gevaren voor mens en milieu beschrijft, alsmede maatregelen m.b.t. opslag, brand, hantering en transport. Ook vaak MSDS genoemd (Material Safety Data Sheet)

Verdampingsverlies Verlies van een gedeelte van het smeermiddel als gevolg van verdamping. Laag viskeuze basisoliën verdampen makkelijker dan hoog viskeuze. Ook minerale olie verdampt makkelijker dan de meeste synthetische oliën van dezelfde viscositeit.

Veroudering Ongewenste verandering van producten gedurende gebruik en opslag.

Verzepingsgetal Het aantal milligrammmen kaliumhydroxide dat benodigd is om alle vetten en vetzuren te neutraliseren. Met deze methode kan de hoeveelheid hiervan in een gecompoundeerde olie, bv een stoomcilinderolie of een tandwielkast olie bepaald worden.

VGRA Viscosity-Grade Read Across: regels die bepalen welke testen van een specificatie opnieuw gedaan moeten worden indien een olie in een andere viscositeitsgraad geformuleerd wordt.

Vierkogeltest Twee testmethoden, gebaseerd op hetzelfde apparaat waarmee extreme pressure bescherming, alsmede de slijtagebescherming van smeermiddelen gemeten kan worden.

Viscositeit De viscositeit van een vloeistof staat voor diens weerstand tegen stroming. Zij vormt dus de interne weerstand. Een dikke olie zal een hoge viscositeit hebben (bijvoorbeeld honing), een vloeibare olie een lage viscositeit (bijvoorbeeld water). De eenheid van viscositeit is de centistoke of mm²/s.
Zo bedraagt de viscositeit van water 1 cSt (mm²/s) en is een viscositeit van 1000 cSt (mm²/s) vergelijkbaar met de viscositeit van honing.

Viscositeit over temperatuur voor enkele gangbare Pro Oils multigrade oliën

Viscositeitsverlies (tijdelijk-permanent) Een smeerolie kan zowel tijdelijk als permanent dunner worden, oorzaken zijn (afgezien van contaminatie).
– Permanent: doordat de VIImprover zware afschuifkrachten ondervindt kunnen deze grote moleculen breken, met als gevolg dat het verdikkend effect afneemt.
– Tijdelijk: doordat grote moleculen zich bij hoge snelheden oriënteren in de stroomrichting bieden ze minder weerstand tegen stroming, dus neemt de viscositeit af. Indien de vloeistof tot rust komt bereikt het weer haar normale viscositeitswaarde.

VII Viscosity Index Improver. Zie verder bij VI-Improver

VI-improver Een additief die zorgt dat de VI van een smeerolie verbeterd wordt. VI-improvers zijn polymeren, die de olie bij hoge temperaturen verdikken. Doordat VI-improvers polymeren zijn, kunnen ze “in stukken breken”, waardoor het verdikkend effect bij hoge temperaturen minder wordt.

VI Viscositeit Index: een dimensieloos kental, dat een maat is voor de temperatuursafhankelijkheid van de viscositeit van een olie. Hoe hoger de VI, hoe minder de viscositeit zal variëren bij temperatuursveranderingen.

Vlampunt De laagste temperatuur waarbij het product dusdanig veel damp vormt, dat de damp na ontsteking 1 seconde blijft branden.

Vluchtigheid De mogelijkheid van een vloeistof om te verdampen. Aangezien laagvisceuse componenten makkelijker verdampen, kan een hoge vluchtigheid van een olie leiden tot indikking. Motor oliën met een hoge vluchtigheid vertonen een hoog olieverbruik.

VOC Volatile organic compound: vluchtige organische stof.

Vonkverspaningsoliën Worden als dielektrikum gebruikt bij vonkerosieprocessen van meestal zeer harde metalen. Ze moeten goed isoleren, koelen en een hoog vlampunt hebben. Verder dienen ze o.a. een lage verdampingsneiging te hebben, een hoge oxidatiestabiliteit hebben en aromaatarm zijn. De viscositeit bedraagt ca. 2 tot 4, 5 mm2-s bij 40°C.

Vrije olie Olie dat boven op een metaalbewerkingsolie drijft, dit kan olie zijn dat van buiten af in het systeem is gelekt, dan wel olie dat gedemulgeerd is uit de emulsie, doordat de stabiliteit van de emulsie is afgenomen.

Waterhardheid De gecombineerde hoeveelheid Magnesium en Calcium opgelost in water. Doorgaans uitgedrukt in parts per million (ppm) Calciumcarbonaat (CaCO3). 1 graad Duitse hardheid = 17,9 ppm CaCO3

Waterbestendigheid De weerstand van een vet om nadelige effecten als gevolg van toevoeging van water teniet te doen. Waterbestendigheid kan beoordeeld worden op het uitwassen door onderdompelen, of sproeien.

WGK Wassergefahrdungsklasse: een in Duitsland gebruikelijke classificatie van stoffen, die het milieugevaar voor oppervlaktewater aangeeft. WGK 0 is ongevaarlijk; WGK 3 is zeer milieugevaarlijk.

Witte olie Aromaatvrije zeer zuiver geraffineerde basisolie met een zeer lichte kleur. Men onderscheidt technische en medicinale witte olie.

WMS Wet milieugevaarlijke Stoffen; een Nederlandse wet dat o.a. voorschrijft hoe gevaarlijke stoffen en preparaten geclassificeerd moeten worden, en de gevolgen hiervan (etikettering, inhoud van veiligheidsblad, opslag etc.)

Wrijving De kracht de beweging van twee oppervlakken tegenwerkt. De wrijving tussen twee oppervlakken is afhankelijk van de kracht waarmee de oppervlakken op elkaar drukken, alsmede de gladheid van de contactoppervlakken.

ZDDP, ZDTP ZinkDialkylDithioPhosfaat (Zn[S2P(OR)2]2): veelgebruikt additief in o.a. motorolie. Deze stof heeft antislijtage eigenschappen, maar ook antioxidant werking. Noodzakelijk voor goede smering in klassieke motoren.

Zuur Een stof dat een lage pH heeft (kleiner dan 7), en geneutraliseerd kan worden met een base.

Zuurgetal Een maat voor de zuurgraad voor olieproducten, uitgedrukt in het aantal milligram KOH dat per gram olie nodig is om de zure bestanddelen te neutraliseren.

Zwavel Chemisch element, dat in verbindingen voor kan komen die voor extreme pressure bescherming zorgen.

Zwarte oliën Oliën die asfalt bevatten om extra kleefkracht te hebben bv. voor smering van open tandwielen of staalkabels.

Bron: Pro-Oils kenniscentrum en encyclo.nl

Hier kunt u ook binnenkort onze product-datasheets downloaden.